Nieuwstraat - Gedichtenroute
Simon Vestdijk, 'Stad aan de Wadden'
Simon Vestdijk (1898) is een uit Harlingen afkomstige romanschrijver. De strofe die op deze muur te lezen is, is onderdeel van het gedicht 'Stad aan de Wadden'. Hij schreef dit gedicht in 1936 voor het boek Kind van stad en land. En wist je dat je een ander fragment uit datzelfde gedicht kunt beluisteren in de Vestdijkkamer van het Hannemahuis, waar het door de schrijver zelf wordt voorgedragen?
Het gehele gedicht luidt als volgt:
STAD AAN DE WADDEN
Drie eilanden staan aan de horizon,
Als 't niet zeer nevelt. Jongens komen kijken,
Wanneer de postboot keert, die langs de dijk een
Rookpluim doet strijken, licht-bruin voor de zon.
De winter duurt hier lang; het spaarzaam groen
Bevat een stillen winter in zijn takken.
En in de binnentuintjes, kalme vlakken,
Zou zelfs geen moordenaar een moord gaan doen.
H…
Simon Vestdijk, 'Stad aan de Wadden'
Simon Vestdijk (1898) is een uit Harlingen afkomstige romanschrijver. De strofe die op deze muur te lezen is, is onderdeel van het gedicht 'Stad aan de Wadden'. Hij schreef dit gedicht in 1936 voor het boek Kind van stad en land. En wist je dat je een ander fragment uit datzelfde gedicht kunt beluisteren in de Vestdijkkamer van het Hannemahuis, waar het door de schrijver zelf wordt voorgedragen?
Het gehele gedicht luidt als volgt:
STAD AAN DE WADDEN
Drie eilanden staan aan de horizon,
Als 't niet zeer nevelt. Jongens komen kijken,
Wanneer de postboot keert, die langs de dijk een
Rookpluim doet strijken, licht-bruin voor de zon.
De winter duurt hier lang; het spaarzaam groen
Bevat een stillen winter in zijn takken.
En in de binnentuintjes, kalme vlakken,
Zou zelfs geen moordenaar een moord gaan doen.
Het drievuldig plaveisel, gele klinkers,
Gekleurde keien, blauwe, bolle stenen:
Zij dragen jaren reeds dezelfde benen,
Want 's avonds, in hun pas van stille drinkers,
Slenteren mannen rokend naar het dok -
De haven langs - en weer terug naar 't dok.